Natuurlijk brengt u in uw betogen het liefst allen maar kwalitatief hoogwaardige en robuuste argumenten. Maar er is er altijd wel eentje die wat zwakker is dan de andere. Wat moet u daarmee doen? Verzwijgen, extra onderbouwen, wegmoffelen? Over de omgang met zwakke argumenten.
Het spreekt voor zich dat u zwakke argumenten liever niet opvoert. Vaak is het erg onverstandig om ze op te voeren, want het risico dat de discussie die op uw betoog volgt juist over dat ene zwakke punt zal gaan is aanzienlijk. En daarmee neemt u dus het risico dat uw beste argumenten niet meer aan bod komen. Helaas kunt u soms niet om de zwakke broeders heen: u moet ze, om wat voor reden dan ook, toch echt brengen. Wat dan te doen?
Zoals u in deze tip al kon lezen, bevat een betoog vaak drie argumenten. En dat is niet alleen vanwege de magische kracht van het getal 3. Het geeft sprekers en schrijvers namelijk ook de kans om hun zwakke argument te ‘verstoppen’: vaak klemmen ze dit in tussen een sterk begin en een sterk slot, de enige twee momenten waarop een publiek echt luistert. Het zwakke argument wordt als het ware gesandwicht, in de hoop dat het niet opvalt. En daarmee in de discussie geen prominente rol zal spelen.
Een andere veelgebruikte methode om om te gaan met zwakke argumenten is het toewerken naar de climax. In dit geval begint een spreker bewust met zijn zwakste argument en bouwt via een veel sterker argument op naar de climax: het laatste en in dit geval ook sterkste argument. Achterliggend idee: kom hier nog maar eens overheen!
Een laatste techniek heeft te maken met het onderbouwen van argumenten. Soms onderbouwen sprekers hun zwakste argument zo goed en zo kwaad als het gaat, maar wel zeer uitvoerig. De sterkste argumenten brengen ze dan juist zonder enige onderbouwing. Zo hopen ze de tegenstander te lokken naar ‘het gat in de argumentatie’ en deze te verleiden tot een (een makkelijk te pareren) aanval daarop, waardoor de zwakke schakel buiten schot blijft
Voor welke techniek u ook kiest, blijf u altijd bewust van het risico dat u neemt wanneer u zwakke argumenten brengt. Daar staat tegenover dat u nu wel weet waar u op moet letten bij uw tegenstander. Zijn laatste argument is naar alle waarschijnlijkheid niet het zwakste. Begin uw pijlen dus te richten op de eerste twee: de kans op succes neemt daarmee flink toe.